Het begon zo goed! Een kampeerplaatsje aan de –stinkende- Sloterplas, onder het genoeglijk geronk van tig opstijgende vliegtuigen, met een accent van rinkelende trambellen. Een voor ons doen ultra-kort nachtje slapen, een wekker die om 05.00 uur afging, diverse kanovaarder-achtige personen die het met een luid 'GOEIEMORGEN!' ook nog even probeerden. Resultaat: om 05.05 zat ik buiten de tent te knipperen naar alle activiteit om ons heen. Het is zelfs nog donker! (soort van) Rob volgde kort daarna en we konden gaan ontbijten. Oh ja, toen echt iedereen wakker was, tassen waren ingepakt en boten werden volgeladen, toen bleek er ook een haan op het terrein te wonen. In de woorden van onze buurman: 'Wat een waardeloze haan.' Welke haan is er nou te laat wakker?!? In de soep met dat beest, wat mij betreft.
De aankondiging had gezegd dat er stipt om 06.00 uur afgevaren werd. Nu ken ik deze club nog niet, maar laten we ons beste beentje voor zetten en om 06.00 uur ook echt in de boot zitten. We laten de tent staan, we komen toch vanmiddag weer terug hier. Robs nieuwe rugzak, met daarin een kleine rugzak, mogen in de tent blijven. Mobieltjes? Meenemen maar. Huissleutels? Daar heeft behalve wij niemand wat aan. Maar ik zeg 'We zijn hier wel in Amsterdam, hè!' en Rob kijkt me een beetje verschrikt aan. De huissleutels gaan ook mee de kano in, en alles wat verder waardevol lijkt ook. Om 06.00 zijn we de tweede boot op het water, en nadat we zelfs al een rondje Sloterplas hebben gevaren, zijn er nog steeds mensen aan het instappen. Deze club is dus (ook) niet al te stipt.
Eén van de oudgedienden van KV Sloterplas vraagt of onze boot 'wel een beetje zeewaardig' is. 'Want op het Ij kan het best een beetje klotsen, hoor.' Ik durf wel te beweren dat onze kano de meest zeewaardige der open kano's is, of in ieder geval de enige van de aanwezige Canadezen die ooit echt op zee een tocht gevaren heeft. Maar de zeekajakker heeft er toch een hard hoofd in. Om 06.30 varen we toch echt weg, en dan moeten we nog flink doorhalen om om 08.30 ook werkelijk in het Oosterdok te zijn. Want op de Amstel ligt al een heel gezelschap, afkomstig van de Gaasperplas op ons te wachten, inclusief drakenboten! BOM! BOM! Maar het blijkt dat ik niet al te ritmisch kan peddelen. Bij het scheepvaartmuseum komen we precies gelijk met de groep uit Zeeburg aan, dus ons half uur achterstand is helemaal ingelopen. Fikse spierpijn en fikse trek heeft het wel opgeleverd, maar een kleine pauze zit er niet meer in. We mogen tenslotte alleen maar dit uur op het Ij rondkijken en worden netjes het Oosterdok uit geleid.
Het was een fantastisch gezicht! Al die kano's, toch al een kleurig geheel, in één groep langs de tall (en niet zo tall) ships. Ik laat me varen door mijn stuurman, want ik ben veel te druk met foto's maken om ook nog mee te peddelen. SAIL was een ervaring op zich. Goed weer, prachtige schepen, het Ij bijna alleen voor ons kanoërs. Heel bijzonder. Jammer van de ontzettend strakke regie (daar houd ik niet zo van) en jammer dat het slechts één uurtje op het Ij was. Wel weer heel grappig dat alle scheepvaart werd stilgelegd om ons er door te laten. Op het terrein van de marine hadden we dan toch eindelijk de welverdiende pauze. Eindelijk koffie! En ik heb me kunnen verwonderen over de mensen die 12 'unieke' (precies identieke) Kapiteinssloepen bemanden. Conclusie: witte broeken zijn 'in' op de sloepen, evenals rieten picknickmanden, roze truitjes en hete aardappels.
Na deze pauze besluiten we zelfstandig terug te varen naar de Sloterplas. De eerste uitdaging is oversteken, want de drukte op het water is in de afgelopen drie kwartier enorm toegenomen. Na ons tussen alle zondags pleziervaarders heen gemanoeuvreerd te hebben, komt de volgende uitdaging: oversteken van de Amstel. Na ook dit zonder aanvaringen volbracht te hebben, kijken we even toe hoe de groep uit Gaasperplas het klaart. En dan gaan we via de Herengracht en Leidsegracht terug richting ons startpunt. Varen tussen rondvaartboten, wijndrinkende zelfbenoemde kapiteins en ander interessant volk is beslist anders dan we gewend zijn, en gezien de grote drukte van allerhande vaartuigen richting Ij, ben ik nu stiekem best een beetje blij dat we daar al weer vandaan zijn.
We vinden zowaar onze weg terug zonder mankeren, worden op het laatste stuk nog ingehaald door twee medevaarders. Eentje in het bezit van het meest ouderwetse zwemvest wat ik ooit gezien heb. Terug op het terrein van KV Sloterplas begin ik maar met alle losse artikelen in de tent op te ruimen en de matjes op te bergen. Het valt me op dat de gevulde koeken, en ook de petten, in de voortent liggen. Was dat al zo? Ik staar naar buiten en zie ook ons theezakje van vanmorgen wegwaaien. Moeten we ook nog opruimen. Raar, normaal laten we nooit iets liggen. Maar we zijn nu in Amsterdam, hè? Ik pak alle spullen in en maak soep klaar. Onze buren hebben alles al opgeruimd en vertrekken alvast. Verder is er een handjevol mensen aanwezig van deze vereniging. Als ik de soep inschenk, komt de grote groep 'locals' aan met de C10. En dan breekt de hel los! Wat wij met z'n allen niet gezien hebben, zien zij direct: het zeil van de daktenten van de campertjes is opengesneden, en de ritsen van de meeste tenten staan open. Er is ingebroken! Ik weet al dat wij niets missen, ben blij dat we toch alles wat ook maar waardevol zou lijken, maar meegenomen hebben. De schade voor beide campers is behoorlijk groot, de tenten zijn verder onbeschadigd en van de tot dan toe aanwezigen is alleen 1 ipod gestolen. Magere buit dus. Wel zijn de sleutels van 1 camper uitgeprobeerd en later in de bosjes weggegooid, die worden gelukkig teruggevonden. Daar sta je dan, bij een kanovereniging, op een afgesloten terrein, blij te zijn dat de diefjes de werkelijke handelswaarde van je tent en je rugzak niet kennen! En lelijke vooroordelen toe te passen: ze hebben de gevulde koeken niet meegepakt. Zijn ze soms aan het vasten?? Of lusten ze die gewoon niet? Een blik op de auto leert dat die er nog precies zo staat als gisteren. Wij komen dus goed weg vandaag.
Wij hebben een superdag gehad. Een gaaf evenement meegemaakt. Heerlijk gevaren, zelfs in het soms behoorlijk onfrisse water van Amsterdam. Wij rijden tevreden weer naar huis. En ik denk aan alle keren dat tent, boot, auto, materiaal en andere zaken, tot en met mijn sleutels en portemonnee aan toe, gewoon ergens op een open veld gestaan of gelegen hebben. Nog nooit, echt nog nooit heeft iemand die rits opengemaakt, nog nooit is er iets gejat. Maar ja, we zijn hier wel in Amsterdam, hè.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten